AANPASSING VAN DE GOLFREGLEMENTERING EN INVLOED OP BLESSURES
EEN EENVOUDIGE AANPASSING VAN DE GOLFREGLEMENTERING KAN HEEL WAT GOLFBLESSURES VERMIJDEN, ZORGEN VOOR MINDER LEDENUITVAL EN VOORAL ZORGEN VOOR DUURZAMER GOLFEN.
EEN ECHTE ECOGOLF IS PAS MOGELIJK ALS MEN DE GOLFREGLEMENTERING AANPAST.
- DAT IS OOK DE VOORWAARDE OM EEN PADELEFFECT IN DE GOLFWERELD TE KRIJGEN !
- DAT IS OOK DE VOORWAARDE OM DE ONDERHOUDSKOSTEN TE REDUCEREN !
- DAT IS OOK DE VOORWAARDE OM VEEL GOLFBLESSURES TE VOORKOMEN !
- DAT IS OOK DE VOORWAARDE OM MEER BEGINNENDE LEDEN TE BEHOUDEN EN TE MOTIVEREN !
Inleiding
In ben geboren in 1957 en was tijdens mijn jeugdjaren een omnisporter . Al snel wist ik dat ik sportleraar wilde worden. In 1980 studeerde ik dan ook af als licentiaat in de Lichamelijke Opvoeding. Dit noemt nu Master of Science in de bewegings- en sportwetenschappen.
Ik gaf mijn hele leven les in verschillende scholen met vaak weinig of geen ruimte en materiaal om deftig sportles te geven. Alleen in SIGO Gistel waar ik vanaf 2000 full-time les gaf, kon ik kwalitatief en gevarieerd les geven en experimenteren inzake blessurepreventie, veiligheid en vooral haalbaar sporten. Met haalbaar sporten bedoel ik de reglementering vereenvoudigen en ook oefeningen en opdrachten zoeken die niet -sportieve leerlingen aankunnen. Om alle leerlingen te blijven motiveren gaf ik gedurende 2 lesuren (= blokuur) gevarieerd les met aandacht voor differentiatie.
Daarnaast deed ik ook heel wat ervaring op in de tenniswereld en organiseerde 7 jaar lang voor mijn zonen ( toen 5 en 7 jaar ) en een 60-tal andere kinderen omnisportstages. Tijdens deze sportstages deed ik heel wat ervaring op bij jonge kinderen.
Sedert 1974 was ik actief in de natuurvereniging, volgde de cursus natuurgids waardoor ik heel wat ecologisch inzicht kreeg en dagelijks ben ik een enthousiast birdwatcher in mijn natuurtuin. Tijdens mijn dagelijkse fietstochten ben ik continu aan het observeren en natuur genieten.
In 2004 stopte ik met tennis en begon de golfwereld te verkennen. Toen er in 2012 in Koksijde een “ecogolf” startte had ik dan ook hoge verwachtingen maar al snel bleek dat de Belgische golfwereld nog niet klaar is voor een ecogolf. En dit in tegenstelling met Nederland. Het woord ECO, milieu, duurzaam en BIO wordt dus niet alleen in de voedingswereld misbruikt.
Ik ben intussen 65 jaar en ik voel dat mijn lichaam vraagt om het wat kalmer aan te doen. Mijn beste handicap was 11,6 en dat kon ik bereiken door veel te oefenen op een golfswing van 200 meter en intens te oefenen op kortspel ( putten, bunkershots, chip en pitch).
Ik zie in mijn omgeving heel wat golfers met problemen aan de wervelkolom, heup, knie, elleboog, schouder, pols… en wil niet afwachten tot mijn gewrichten het begeven. Daarom besliste ik na een scan waarop heel wat lumbale facetartrose en andere problemen te zien zijn om vanaf 2022 over te stappen van de LANGE golf van Koksijde naar de KORTE golf van Westgolf (9 korte leuke holes) en om geen of nauwelijks nog competitie te spelen. Westgolf zal ik ook combineren met mijn lievelingsgolf in Ruminghem. Daar kan ik kiezen tussen spelen in het bos of op de plaine.
DE CONSERVATIEVE GOLFREGLEMENTERING STERK VEREENVOUDIGEN IS EEN MUST OM GOLFBLESSURES TE VERMIJDEN.
DE golfsport is in handen van de conservatieve Engelsen waardoor noodzakelijke veranderingen die nodig zijn om de sport natuurvriendelijker en blessurevriendelijker te maken nog lang zullen duren. Vanuit Amerika zijn er recent enkele wijzigingen geforceerd maar die zijn nog ruim onvoldoende.
Het nieuwe EDS systeem geeft kansen om daar op korte termijn vanuit de brede basis iets aan te doen.
Door de voorwaarden en omstandigheden tussen professionele golfers (PRO’s) met amateurgolfers (AM) te vergelijken, zal het inzicht in de verschillen aantonen, waarom een grondige aanpassing van de golfreglementering noodzakelijk en verantwoord is. Noem het golf 2.0
1°) Globale toestand van het golfterrein.
Wij gaan regelmatig kijken naar internationale golfwedstrijden in België en de buurlanden. Vorig jaar waren we nog in de Dutch Open in Nederland. Daar waren er voor de wedstrijd al wekenlang meer dan 50 greenkeepers aanwezig om het golfterrein, een championchipcourse, te optimaliseren en weken voordien mochten er ook geen leden en greenfeespelers meer spelen. Dat kunnen de golfterreinen waar alleen amateurs spelen niet permitteren. En daar zit het grote verschil.
2°) Het weer.
De meeste internationale wedstrijden gaan door in goed weer zones en goed weer maanden. In de winter spelen PRO’s in zones waar het zomer is en omgekeerd. Het kan door de klimaatwijzigingen soms anders uitvallen maar dat zijn uitzonderingen. Amateurs spelen in de winter veel minder omwille van de natte, koude en winderige weersomstandigheden. De kwaliteit van het terrein is dan ook zichtbaar minder dan in de zomer.
3°) Zones om af te slaan of teezones.
Pro’s eisen dat deze zones perfect horizontaal zijn.
Am staan vaak niet horizontaal en dat heeft een duidelijke invloed op je swing.
TIP: Kwalitieve afslagmatten in kunstgras met een siliconestreep waar je Uw TEE kunt induwen zijn een alternatief. Dit moet je aanpassen in de reglementering.
TIP: Teezones van rood naar wit laten doorlopen zorgt ook voor efficiënter onderhoud.
4°) De Fairway.
Pro’s eisen een perfecte fairway met een afgesproken graslengte. Op fairways worden ook geen “onkruiden” geduld waardoor er nog te veel chemische onkruidbestrijding is. Bij langdurige hevige regenval of langdurige hevige droogte is het ook moeilijk om deze fairways in goeie conditie te houden. Hier zou men al veel discussies kunnen vermijden door de reglementering als volgt aan te passen.
A: Ligt de bal in een te natte zone of een te droge zone waar het gras dood is, dan mag de bal geplaatst (niet droppen) worden in de dichtstbijzijnde zone, niet dichter bij de hole, die goed bespeelbaar is.
B: Ligt de bal in een divot, in een oneffen zone of in een “onkruid”zone, dan mag men overal op de fairway de bal plaatsen gebaseerd op de lengte van een ijzer P tot 7.
C: Men mag overal op de fairway een tee gebruiken van maximum 12 mm hoog.
5°) De Rough.
Er wordt vaak gevloekt over de toestand van de Rough, zeker op Engelse en Ierse linksbanen met lang taai helmgras. Op Amerikaanse Parkbanen zien we dat de rough meestal zeer kort gehouden wordt en dat de struikgroei onder of tussen de bomen verwijderd werd.
Ik heb al golfers gezien die hun bal uit dat lange gras proberen te slaan en hun rug ontwrichten met een acute lumbago als gevolg.
Je bal terugvinden in de rough is ook al niet simpel en dat is ook weer anders bij pro’s. Pro’s kunnen bij wedstrijden beroep doen op for-caddy’s. Dat zijn mensen die in de buurt staan waar de meeste golfballen na de afslag neerkomen. Vaak staan er dan tientallen mensen te kijken waardoor de pro zijn bal snel terug kan vinden. Amateurs hebben geen forcaddy’s en zeker ook geen caddy. In veel gevallen vinden ze de bal niet terug en moeten ze terug naar de afslagplaats of doen zij verder met een provisionele bal mits 2 strafslagen.
Deze ongelijkheid vraagt om een aanpassing. Bovendien is de rough meestal een natuurzone. Elke rough zou dan ook moeten beschouwd worden als een GURzone en afgebakend worden met een blauwe paal met groene kop. In een GURzone mag je niet lopen. Wie in een GURzone ligt zou altijd een reservebal zonder stafslag moeten gebruiken die op de fairway moet worden geplaats. De sanctie hier is 20 meter of 20 grote stappen achteruit wandelen en daar plaatsen ipv droppen.
Veel golfclubs spuiten heel wat vergif in de roughzone om vooral akkerdistels, klaver en netels te verwijderen. Klavers kunnen volgens die aanpassing blijven staan en akkerdistels kunnen best manueel verwijderd worden door jobstudenten vanaf eind juli. Dat is pas duurzaam golfen.
6°) Bunkers
In sommige golfclubs zijn er zo veel bunkers dat de weinige greenkeepers ze niet tijdig kunnen onderhouden. Bovendien zijn er veel amateurgolfers die bunkers niet-of nauwelijks goed harken. Als je dan een bal uit een slecht geharkte zone of voetstap moet slaan voelt dit zeer onrechtvaardig aan. Hier zouden amateurs altijd hun bal zonder strafslag mogen plaatsen binnen een clublengte gaande van ijzer P tot 7
De terreinen waar PRO’S spelen zijn voorzien van perfect onderhouden bunkers die tegenwoordig zijwanden hebben die aangedamd worden waardoor de bal naar beneden rolt in een vlakke zone. Bovendien heeft de PRO een caddy mee die de bunker professioneel herstelt. Bij sommige wedstrijden staat er zelfs een extra caddy per hole die de bunkers rond de green herstelt.
7°) Waterhindernissen
Deze worden afgelijnd met rode of gele paaltjes. PRO's weten meestal dankzij hun caddy en forcaddy’s waar de bal in het water is gerold of geslaan. Amateurs kunnen daar oneindig over discussiëren.
Maak dus bij elk water een dropzone waar je mag plaatsen en het probleem is snel opgelost. Dan krijg je wel een strafslag.
Biljartgras met gebruik van pesticiden versus bloemengras zonder gebruik van pesticiden !
Met moet dringend de golfreglementering aanpassen in functie van een vermindering van het gebruik van pesticiden. Waar een wil is is een weg !
1 INLEIDING
Op een sportveld moet de sport waarvoor het terrein bedoeld is in goede en veilige omstandigheden beoefend kunnen worden. De functionaliteit van het terrein en de veiligheid bij de sportbeoefening moet behouden blijven door het toegepaste onderhoud en beheer.
Een goed ontwerp van het sportveld en een goede uitvoering ervan kan de kosten van een pesticidenvrij beheer sterk drukken. Uit overleg met de sectororganisaties blijkt dat er voor bepaalde types sportvelden een nog te hoge kost kan bestaan om deze pesticidenvrij te beheren én de functionaliteit van het terrein daarbij te behouden.
In Vlaanderen zijn er meer dan 13.000 openluchtsportvelden. Daartoe behoren alle mogelijke soorten van terreinen zoals voetbalvelden, atletiekpistes, golfterreinen; maar evengoed kleinere infrastructuur zoals petanqueveldjes, skateterreinen,… Van dat totaal zijn er 3.336 natuurgrasvelden met een grote oppervlakte (zoals voetbalvelden, hockeyvelden,..). Daarnaast zijn er nog 4.506 andere velden met een kleinere afmeting. Ook voor kunstgras spreken we over een 174 terreinen met een grotere oppervlakte en 567 terreinen met een kleinere oppervlakte.
Voor een groot aantal van deze sportvelden geldt vanaf 1 januari 2015 een verbod op het gebruik van pesticiden.
Voor andere sportvelden geldt een verbod op het gebruik van pesticiden op een deel van het terrein. Onder specifieke omstandigheden kan afgeweken worden van dit verbod.
Een van de mogelijkheden om af te wijken van een verbod op het gebruik van pesticiden is de procedure van onevenredig hoge kosten. Dit toetsingskader geldt enkel voor deze sportvelden waar een afwijking volgens deze procedure mogelijk is. Om de opmaak van de afwijkingsaanvraag voor de indiener en het verwerken van de dossiers door de VMM te vereenvoudigen, is een toetsingskader uitgewerkt. Dit toetsingskader geeft je de mogelijkheid om je aanvraagdossier te toetsen aan de principes van het decreet en het besluit duurzaam gebruik van pesticiden om af te wijken van een verbod op een sportveld, of een deel van het sportveld op basis van onevenredig hoge kost. Je vindt hierin terug onder welke omstandigheden je aanvraag (wellicht) goedgekeurd zal worden. Een afwijkingsaanvraag kan steeds ingediend worden. Het volgen van dit toetsingskader betekent niet dat je geen afwijkingsaanvraag moet indienen.
Nieuwe materialen voor de aanleg van sportterreinen komen op de markt. Alternatieve methoden voor het beheer van sportterreinen worden ontwikkeld. De kennis van het alternatief onderhoud, wat de knelpunten zijn, oplossingen voor deze knelpunten, … zal zich verspreiden. De kosten van dit alternatief onderhoud zullen dalen. Op basis hiervan wordt dit toetsingskader regelmatig geëvalueerd en indien nodig aangepast. Het toetsingskader komt tot stand na overleg met experten van Sport Vlaanderen en experten van het netwerk van ISB vzw, VVG vzw, onderhoudsfirma’s en …. Dit toetsingskader wordt op regelmatige momenten teruggekoppeld met deze stakeholders.
Een goede communicatie naar alle sporters en de sportterreinbeheerders is ook noodzakelijk. Communicatiemateriaal vind je op http://www.zonderisgezonder.be/campagnemateriaal. Goede voorbeelden vind je via http://www.zonderisgezonder.be/aanleg-enontwerp/voorbeeldprojecten/sportveld
Heb je zelf goede voorbeelden en een onderhoudsplan zonder het gebruik van pesticiden, laat het ons weten via pesticidenreductie@vmm.be. Alle informatie voor de sportterreinbeheerders is verzameld via http://www.zonderisgezonder.be/sportterreinbeheerders
2 VERBOD OP PESTICIDEN
2.1 Waarom geldt een verbod? In het Vlaamse pesticidereductiebeleid staan twee pijlers centraal:
1. Bescherming van het leefmilieu en in het bijzonder het watersysteem – pesticiden en hun afbraakproducten komen in oppervlaktewater en grondwater terecht en kunnen een ecologische impact hebben of een impact hebben op het gebruik van het water voor specifieke gebruiksdoeleinden zoals de drinkwatervoorziening.
2. Bescherming van de volksgezondheid – het gebruik van pesticiden kan een directe impact hebben op diegenen die het product aanbrengen maar ook op personen die behandelde terreinen betreden of gebruiken. Vooral voor kwetsbare groepen is dit van belang.
Sportvelden zijn net die plaatsen waar kinderen en jongeren (één van de kwetsbare groepen) regelmatig vertoeven. De kans dat zij als gebruiker van het terrein in contact komen met een pesticide is reëel. Deze sportvelden kunnen ook gelegen zijn in gebieden waar grondwater gebruikt wordt voor de productie van drinkwater. Een deel van de pesticiden of hun afbraakproducten dringt in de grond of spoelt weg. Zo wordt het grondwater vervuild met pesticiden.
Alle gewasbeschermingsmiddelen en biociden vallen onder de noemer pesticide. Voorbeelden van pesticiden zijn herbiciden (tegen ongewenste kruiden), fungiciden (tegen schimmelziekten), insecticiden (tegen ongewenste insecten), rodenticiden (om ratten en muizen te doden), algiciden (om groene aanslag te verwijderen)
2.2 Waar geldt een verbod op pesticiden?
Verschillende wetgevingen beperken of verbieden het gebruik van pesticiden in specifieke gebieden. Hieronder sommen we de relevantste op voor een sportveld.
2.2.1 Verbod volgens decreet en besluit duurzaam gebruik pesticiden
- Openbare diensten
Al sinds 2004 bouwen de openbare besturen het gebruik van pesticiden af. De openbare besturen hebben hier een voorbeeldfunctie. Een verbod op het gebruik van pesticiden geldt vanaf 1 januari 2015 voor alle openbare diensten. Vanaf 1 januari 2015 staat het begrip openbare dienst voor een dienst, uitgevoerd door een rechtspersoon, in het kader van een taak van algemeen belang. Dat wil zeggen dat elk terrein van een openbaar bestuur hieronder vervat is en dus pesticidenvrij beheerd moet worden. Dit verbod geldt dus voor de terreinen die door het openbaar bestuur zelf beheerd worden maar even goed voor terreinen die de sportclub beheert. Het openbaar bestuur heeft dan een overeenkomst met die club of geeft de terreinen in concessie.
- Privéterreinen van sportclubs
Ook de privéterreinen van sportclubs vallen onder de Vlaamse regelgeving. Deze clubs vallen onder de regeling uitgewerkt voor commerciële activiteiten. Hier geldt een verbod in bermen en de zone van 6 meter langs het oppervlaktewater. Voor de rest van het terrein geldt een minimumgebruik. Minimumgebruik houdt in dat enkel de probleemsoort mag behandeld worden met pesticiden en niet de omliggende ruimte. Natuurlijk mogen enkel de toegelaten gewasbeschermingsmiddelen en biociden gebruikt worden en moeten steeds de gebruiksvoorschriften gerespecteerd worden. Als het terrein heraangelegd wordt, moet de pesticidentoets toegepast worden. De
pesticidentoets gaat na of het ontwerp van de nieuwe aanleg op een efficiënte wijze pesticidevrij te beheren is.
- Sportclubs vzw
Ongeacht het statuut van een sportclub verwijzen we naar bovenstaande paragrafen. Een sportclub, als vzw, die gebruik maakt van eigen terreinen of van terreinen van derden die geen openbaar bestuur zijn of geen openbare dienstverlener zijn, valt onder de regelgeving voor commerciële activiteiten. Zie hiervoor de paragraaf ‘privéterreinen van sportclubs’. Gebruikt de sportclub terreinen van een openbaar bestuur dan geldt de regelgeving voor openbare diensten. Zie hiervoor de paragraaf ‘openbare diensten’.
Afwijken van het verbod
Van het verbod op het gebruik van pesticiden kan afgeweken worden in specifieke omstandigheden en onder bepaalde voorwaarden. Om af te wijken van het verbod zijn twee types afwijkingen opgenomen in de regelgeving.
Type 1-afwijkingen zijn gebonden aan plagen die een gevaar inhouden én situaties met een ernstige bedreiging voor de veiligheid.
Type 2-afwijking is gelinkt aan onevenredig hoge kosten voor het alternatieve beheer.
2.2.2 Verbod volgens het besluit beschermingszones voor de productie van drinkwater.
In de afgebakende drinkwaterbeschermingszones is er een verbod op het gebruik van pesticiden voor alle openbare diensten en voor alle commerciële activiteiten met uitzondering van de land- en tuinbouwactiviteiten. Deze beschermingszone zijn te herkennen aan het wit-blauwe bord met golven.
Afwijken van het verbod
Om de drinkwatervoorraden te beschermen zijn de mogelijkheden om af te wijken van het verbod beperkter in deze specifieke zones.
Een afwijking van het verbod kan enkel verkregen worden voor Type 1 – afwijkingen. Afwijken wegens de reden onevenredig hoge kost kan hier niet.
2.2.3 Verbod volgens het decreet integraal waterbeleid
Het decreet integraal waterbeleid bepaalt dat in de oeverzone geen pesticiden mogen gebruikt worden. Deze oeverzone is minstens 1 meter breed. Op bepaalde plaatsen is een bredere oeverzone afgebakend.
Afwijken van het verbod
Om het oppervlaktewater te beschermen zijn de mogelijkheden om af te wijken van het verbod beperkter in deze oeverzone. Een afwijking van het verbod kan enkel verkregen worden voor Type 1 – afwijkingen.
